
Ik weet niet zo goed wat ik moet doen. Alles lijkt al gezegd, alles lijkt al gedaan en toch is de situatie onveranderd. Nogmaals glijdt mijn blik over het weiland, zoekend naar wijze raad. Ik tuur wat in de sloot, hopend op een ingeving. Uiteindelijk sluit ik mijn ogen en luister naar het bos. Naar een kikker die zich - net als ik - warmt in de onverwacht warme zonnestralen van het najaar. Ik hoor ritselende blaadjes, een kastanje die neerploft en een trein die in de verte voorbij gaat. Alles lijkt op elkaar afgestemd. Wat is het toch dat ik er maar niet uitkom?
‘Wie weet wat wijsheid is?’, vraag ik in stilte.
Na een tijdje voel ik dat er naar me gekeken wordt en draai me langzaam opzij. Een paar ogen kijkt me indringend aan. Wijze ogen. Rustige ogen. Alziende ogen. Ik merk op dat deze ogen al heel wat voorbij hebben zien komen. ‘Hoe lang sta je daar al?’, vraag ik. Er komt geen antwoord, maar het lijkt wel of de blik nog indringender wordt. ‘Wat zie jij dan allemaal? Wat denk jij? Wat weet jij? Wat zou jij doen?’. Op al mijn vragen komt geen antwoord. Onbewogen word ik aangestaard. Een blik zonder oordeel, zonder woorden. 'Wat zie je allemaal door die ogen?', fluister ik nog een keer. De stilte duurt voort en voort.
Soms is 'ik weet het niet' het enige antwoord.