Ik laat haar met een kopje thee op bed achter en ga naar het zwembad. Kan ze rustig aan doen.
Ik trek wat baantjes; op mijn buik heen en op mijn rug terug. Wat een luxe. Ik drijf in het midden van het bad, argwanend de twee putten op de bodem in de gaten houdend. Ik blijf dat nare dingen vinden. Ik krijg altijd het idee dat ze me in één keer in een draaikolk naar beneden zuigen. Onzin natuurlijk. Uiteindelijk ga ik expres pal boven zo’n put drijven. Natuurlijk verdwijn ik niet door het putje in de afvoer. Ik moet om mezelf lachen. Loom laveer ik door het hele bad, niemand behalve ik. Moet ik vaker doen.
Als ik terugkom staat mijn moeder gepikt en gestrikt klaar om te ontbijten. Ik hijs me snel in een zomerjurk en we vertrekken gearmd richting ontbijtzaal. Zij met de lift; ik de trap.
Ze babbelt er lustig op los en ze eet, voor zo’n slank en klein vrouwtje, verbazingwekkend veel. Bruine boterham met spek en een spiegelei, een croissant met boter en jam en alles wordt in minutieuze stukjes gesneden met een precisie waar een chirurg jaloers op zou zijn. Tot slot geniet ze zichtbaar van een schijfje ananas.
‘Deze moet je ook eten…zo lekker’, verzucht ze.
‘Ik mag geen ananas’.
‘Van wie niet?’
‘Van mijn zus niet’.
Ik denk aan mijn zus, die nu thuis op onze vader past. Hoe zou het met die twee gaan? Zij heeft me op een strikt dieet gezet vanwege een allergische reactie. Zij weet altijd alles van voeding.
Dan dringt mijn moeder aan: ‘O, waarom niet?’
‘Ik mag alleen groenten en fruit eten dat uit mijn eigen omgeving komt’.
Terwijl ze een laatste sappig stukje ananas van het puntje van haar vork afhapt, zegt ze met een uitgestreken gezicht heel droogjes:
‘Nou, dit komt uit de buurt hoor; het staat gewoon daar op het buffet’.