
Na mijn eerste reflex voegde ik eraan toe hoe mijn eigen ervaring is met het reciteren en zingen van een mantra. Ik heb over de jaren opgemerkt hoe de mind graag bezig is. Door het reciteren van een mantra geef je als het ware je mind een opdracht waar hij zich mee bezig kan houden: het reciteren van woorden in een bepaalde cadans en toonhoogte. Als je mind zo lekker aan de gang gaat, gaat vanzelf je lijf meedoen met deze beweging. Mind en body hebben een gezamenlijk project en dat op zich is al redelijk uniek. Meestal zijn we met twee of drie dingen tegelijk bezig. We fietsen, koken, eten, luisteren muziek en tegelijkertijd laten we de hond uit, kijken we tv, voeden we onze kinderen op etc.
Door de samenwerking van body en mind komt er ruimte voor iets anders. Dat 'iets anders' kan als het ware tot leven komen, wakker worden en als je dan stopt met het reciteren, vallen body en mind volledig stil en komt dat derde, waarvan je je niet zo vaak bewust bent, naar voren: je ervaart een stilte die voorbij woorden is, je ervaart ruimte die voorbij je lijf is, je ervaart een rust, die je niet kunt benoemen. Kortom: er is een ander bewustzijn beschikbaar.
Nu zijn de oudere talen, zoals Sanskriet, Hebreeuws, Aramees, Latijn, Arabisch in hun oorspronkelijkheid het meest krachtig. In de lettergrepen zelf, in de tekening daarvan, in de klank daarvan zít de kracht van de mantra opgeslagen en daardoor werkt het gebruik van mantra's in deze oudere, klassieke talen diep door. Bijvoorbeeld het woord 'savitur' staat o.a. voor de 'universele zon'. Het woord op zich bevat al de universele zon in zich, als je dit woord tot je neemt en herhaalt dan breng je daarmee de universele zon in je. Of je dat nu wil of niet. Zo werkt het. Je hoeft er verder niets aan te doen. Dat is de ware kracht van de mantra.